Afgelopen zomer fietsten man en ik de laatste etappe van onze fietstocht Utrecht-Rome. We pakten de draad weer op in Florence. Wat ontdekte ik toen ik Rome bereikte?
25 aug ‘21. Ik verheug me op de fietstocht van vandaag. Op de kaart zag ik dat de route leidt langs een paar middeleeuwse stadjes bovenop Toscaanse rotsen. De zon schijnt wanneer we van onze b&b wegfietsen. En ja hoor, na een flinke klim zien we in de verte Vitorchiano, hooggelegen op een rode rotswand tussen het groen.
We klimmen moedig door, het stadje nadert, prachtig. We zijn er bijna, joehoe. Maar dan duikt de weg het dal in. In rap tempo verliezen we hoogte. Zou het om een mooi dorp in het dal gaan, hoop ik nog. Maar nee, we moeten de hele klim weer opnieuw doen.
Pfff. Afijn, we komen er wel. We wandelen door het onontdekte stadje. Wat mooi. Die dag maak ik hetzelfde nóg twee mee: Soriano nel Cimino en Caprarola lonken in de verte op hun majesteitelijke heuvels. We klimmen en klimmen.. En nee, dan wéér – vlak voor ik denk dat we er eindelijk zijn – duikt de weg een dal in. We pauzeren uitgebreid en ik verzamel moed. En dan gaan we weer.
Wat bén ik blij als we om halfzes eindelijk de piazza op fietsen. We rusten uit en nemen nog één lange klim. Bovenaan woont Kuki Mellini in haar buitenhuis. Ze had een modewinkel in Rome, vertelt ze, nu dus een b&b. Ze kookt voor ons en wij kijken uit over het Toscaanse landschap. Moe, voldaan en tevree.
Je kunt altijd beginnen
Dat we het al met al gered hebben die dag! Tijdens onze fietstocht las ik het hilarische De filosofie van de heuvel. Op de fiets naar Rome van Ilja Leonard Pfeijffer. Hij beschrijft hierin hoe hij met behoorlijk wat overgewicht op een tweedehands Batavus naar Rome fietst. In gezelschap van zijn vriendin van toen. Ze drinken veel wijn (lees: ze zuipen) en verdwalen om de haverklap. Maar het lukt ze Rome te bereiken.
Zijn ervaring komt overeen met die van ons. Niet wat dat zuipen en het verdwalen betreft. Maar ook wij beginnen niet als sporthelden. We zijn ongetrainde fietsers. Maar elke fietsdag worden we weer wat sterker en fitter. Moeten we een berg op dan stoppen we in het begin na elke tien minuten. Dan moeten we wel een kwartier rusten. Na een week verandert die verhouding, halfuur fietsen, vijf minuten rusten (niet alles is een berg hoor). Gaandeweg wordt onze conditie beter.
Ik vind het een heerlijk bevrijdend idee dat je niet in conditie hoeft te zijn voor een grote fietstocht of wandeling. Dat bouw je al doende op en je krijgt er steeds meer zin in. Die ervaring hoor ik ook geregeld van Santiago de Compostella-gangers. Je hoeft niet te wachten. Je kunt op elk moment beginnen met je tocht. Het is zoals Hans Knibbe zegt: het enige juiste moment is nu.
Kleine stapjes
Zeker als je tevreden bent met elke stap die je zet, hoe klein ook. De afgelopen jaren heb ik flink gewerkt en ook flink gesport. Ik hield van sporten. Ik dacht het me sterk en fit maakte. Tot ik voelde dat ik juist door dat sporten over mijn grenzen heenging. Mijn goede voornemen voor 2020 was: opzeggen van het abonnement op de sportschool.
Wat een verademing! Ik ben veel gaan dwalen en slenteren. Daardoor kwam ik tot rust. Wel raakte ik mijn conditie kwijt. Toch fietsten we van Florence naar Rome. We hadden allebei de instelling: we hebben geen haast. Al die heuvels komen we uiteindelijk wel op, in ons eigen tempo.
Eén dag voor ons vertrek leverde ik de laatste correcties van mijn boek in dat in september ’21 uit kwam. Mijn hoofd was in de eerste dagen nog boek-gevuld. Maar daarna was mijn hoofd heerlijk leeg. Ook zo herstelde ik tijdens de tocht.
Overgave
Wat enorm hielp is me niet verzetten tegen wat zich aandient. Een Umbrische berg op fietsen duurt veel langer dan van zo’n berg afdalen. Soms had ik het idee dat we de hele dag aan het klimmen waren. Het dalen is in een mum gepiept. Als ik me hieraan overgaf was ik meer ontspannen en kon ik genieten van de tocht.
Want er was veel om van te genieten! Ik fietste in een prachtig golvend landschap met cipressen, en middeleeuwse dorpjes die allemaal even leuk waren (hadden we maar één zo’n dorp in Nederland). Af en toe doorkruisten we een verkoelend bos. Naast of achter me reed een lieve man, en elke dag wachtte ons een maaltijd plus bed.
Jezelf overgeven betekent ook echt dat je het avontuur aangaat. Hoe steil zal de heuvel zijn? Geeft het grind geen lekke band? Valt die onweersbui vanmiddag of vanavond? Je weet niet wat er zal gebeuren. Vroeg of laat krijg je tegenslag. Maar als het gebeurt merk je dat het niet het einde van de wereld is.
Verbinding
Een belangrijke motivatie voor het maken van deze trip was dat ik mijn vaders fietsbanden-spoor volgde. Ook hij fietste naar Rome, in 1950, een heilig jaar. Hij ging om de zegen van de paus te ontvangen. Later vertelde hij mij en mijn broers dat hij daar enorm zenuwachtig voor was. Er hing veel van af.
Ik ben niet gelovig zoals mijn vader. Toch sta ik op 31 augustus op zondagochtend op het Sint-Pietersplein om een glimp van de paus op te vangen. Velen met mij. Als ik hem eenmaal zie, word ik overvallen door ontroering. Ik voel me enorm verbonden met mijn vader. Het is alsof ik hem beter begrijp. Ook mijn broers tonen zich betrokken en ik houd ze precies op de hoogte via onze gezinsapp. Het is een verrijkende ervaring die verdieping en nieuwe zin geeft aan mijn fietstocht.
Iets doen wat je (voor)ouders gedaan hebben, of iets ondernemen waar voor jou op een andere manier een belangrijk verhaal aan vast zit – ik denk dat dat belangrijk is. Daardoor verbind je je met de wereld om je heen, en met de wereld voor en na jou.
Het geeft je ook de zo belangrijke intrinsieke motivatie die je in beweging brengt. Daardoor kun je je ook makkelijker overgeven aan alles wat zich aandient, al is het vier keer stijgen en drie keer dalen voordat je eindelijk dat ene pittoreske stadje bereikt. De weg was ook mooi.
Waarin vind jij verbinding?
Bezoek je die veel betekende plek uit je jeugd, en nu samen met je kinderen? Of met een goede vriend of vriendin?
Ga je naar een museum om het werk van een kunstenaar te zien die jou inspireert?
Ga je een oude pelgrimsroute lopen om overzicht te krijgen over je leven?
Of … ?
Vertel het ons in het reactieveld hieronder.
Mooi stuk, Hilde!
Ik bezocht, samen met mijn ouders, de laatste jaren regelmatig plekken uit mijn jeugd. We wandelden, kuierden eigenlijk, langs de plek waar zowel mijn vader als ik zijn opgegroeid. Dat voelde ook enorm verbindend. Nu ik jouw verhaal zo lees ben ik dankbaar dat we dat hebben kunnen doen. Ze leven nog hoor, mijn ouders. 84 en 87 jaar zijn ze inmiddels. Sinds vorige week hebben ze helaas allebei Corona. Het gaat best goed nu, gelukkig. Hoe ze eruit komen weet ik niet, maar de herinnering aan onze wandel- en fietstochtjes langs bekende plekken blijft.
Wat mooi om het samen met je ouders te doen. Bijzonder dat je er tijdig mee bent. Dank voor je reactie Anne!
Hee Hilde, wat een prachtig en herkenbaar verhaal over jouw fietsavontuur naar Rome. Ook ik fietste al ‘de hele wereld’ door en over, met ons tentje. En ik herken wat je schrijft over het verbonden zijn … met alles wat je om je heen tegenkomt, de aarde, de geuren, de kleuren, de geluiden. Juist daar zit het verschil als je op de fiets zit (of als je wandelt natuurlijk) En dan het onbekende … en de wetenschap dat het steeds weer goed komt. Waar slaap ik vannacht, hoe kom ik aan eten… wat ga ik onderweg zien, beleven, tegenkomen. En dat er na elke bergtop weer een andere bergtop komt, maar dat dat oké is, want de weg brengt je hoe dan ook bij je doel.
Verbonden zijn met het leven dus, zonder verwachtingen, gewoon laten gaan zoals het gaat, in alle vertrouwen. Mooi dat deze fietstocht jou dat geleerd heeft. Mooie ‘les’ voor het leven. En hoe mooi ook om mee te nemen in de coachwandelingen.
Warme groet enne … lekker blijven fietsen 🙂